Zo laten de partijen kortetermijnmaatregelen uitwerken voor de provinciale weg tussen Veghel en Asten. Het gaat om maatregelen waar alle partijen van overtuigd zijn dat die de veiligheid, leefbaarheid en doorstroming direct verbeteren en relatief snel kunnen worden uitgevoerd. Denk bijvoorbeeld aan het verbeteren van gevaarlijke oversteken en onveilige uitritten. Tegelijkertijd wordt in 2023 aanvullend verkeersonderzoek en een leefbaarheidsanalyse gedaan voor dit stuk van de N279. Deze vormen samen de feitelijke basis voor de nog te nemen besluiten.
Dit plan van aanpak heeft de steun van Gedeputeerde Staten, de colleges van B&W van Helmond, Deurne, Meierijstad, Laarbeek, Gemert-Bakel, Veghel en Asten en bestuur van het waterschap. “Simpel gezegd willen we op korte termijn zo snel als mogelijk meters maken en doen wat kan, zonder dat dit later nog te maken keuzes in de weg zit”, zegt gedeputeerde en voorzitter van de N279-stuurgroep Suzanne Otters-Bruijnen.
De belangen van de projectpartners zijn divers, maar alle betrokken partijen willen een leefbare omgeving, een goed functionerend bovenregionaal, regionaal en lokaal wegennetwerk en een veilige N279. Stuurgroepvoorzitter Otters-Bruijnen: “Met dit in ons achterhoofd moeten we straks samen besluiten nemen over bijvoorbeeld al dan niet een omleiding bij Dierdonk of het verbreden van de weg. Dat vergt niet alleen een open blik en het wegen van belangen, maar om dat te kunnen doen moet - ook al kost dat tijd - eerst nog beter inzicht verkregen worden in de toekomstige verkeersdrukte en de gevolgen daarvan. Cijfers, feiten en zorgvuldigheid zijn essentieel voor het draagvlak en het vervolg.“
Meest actuele verkeersmodel
Het is heel goed mogelijk dat, gezien de economische groei in dit deel van Brabant, de drukte op de N279 forser toeneemt dan verwacht. Een nieuw verkeersonderzoek en een daaraan gekoppelde leefbaarheidsanalyse zijn dan ook noodzakelijk. De gebruikte verkeerprognoses in het (inmiddels vernietigde) provinciale inpassingsplan waren een van de punten waar de Raad van State kritiek op had. In de nieuwe studie wordt het recentste Brabantbrede verkeersmodel gebruikt en de resultaten worden getoetst aan verkeerstellingen en anonieme data van apps en navigatiesystemen (floating car data). De leefbaarheidsanalyse gaat onder andere in op de mogelijke gevolgen op natuur, milieu en omgeving. Ook wordt gekeken naar de landelijke ontwikkelingen wat betreft betalen naar gebruik en welke voor- en nadelen de mobiliteitstransitie (andere manier van reizen en werken) heeft.
Dit alles moet eind 2023 klaar zijn en leiden tot de opzet, richting en planning om tot een totaaloplossing voor de N279 en omgeving te komen. Indien er belangen zijn die met de totaaloplossing niet of onvoldoende gediend worden, wordt bekeken hoe en waar deze verder kunnen worden besproken. Niet alleen de onderlinge samenwerking is belangrijk: voor zowel de directe maatregelen als voor het onderzoek en de analyse, is het goed om omwonenden en maatschappelijke partners te betrekken. Voor de start van de volgende fase wordt dan ook een participatieplan gemaakt. In dat plan is de manier waarop de omgeving wordt betrokken nader uitgewerkt.